Wanneer u begint met programmeren met VEXcode V5, verschijnen er pas blokken voor de GPS-sensor in de Toolbox nadat deze is geconfigureerd.
De GPS-sensor toevoegen als apparaat in VEXcode V5
Met VEXcode V5wordt het configureren van de GPS-sensor uitgevoerd met behulp van de functie 'Een apparaat toevoegen'. Om hiervan een voorbeeld te geven, zullen de volgende stappen de GPS-sensor toevoegen als apparaat binnen VEXcode V5.
Selecteer het pictogram Apparaten.
Selecteer 'Een apparaat toevoegen'.
Selecteer 'GPS'.
Selecteer de Smart Port waarop de GPS-sensor is aangesloten op de V5 Robot Brain.
Er is een optie om de X-, Y- en Hoek-offsets te wijzigen. Pas de offsets aan afhankelijk van het ontwerp van uw robot.
Voor meer informatie over hoe u de offset van uw robot kunt bepalen, kunt dit artikel uit de VEX-bibliotheekbekijken.
Zodra de poort is gekozen en de offsets zijn aangepast, selecteert u 'DONE'.
Zodra de GPS-sensor aan uw gebruikersprogramma is toegevoegd, komt er een nieuwe set sensoropdrachten beschikbaar.
Voor meer informatie over de commando's uit de categorie 'Sensing' die betrekking hebben op de GPS-sensor, bekijk de Help-informatie (Blokken project of Python project).
Het poortnummer van een GPS-sensor wijzigen
U kunt het poortnummer voor het apparaat wijzigen door het te selecteren in het venster Apparaten.
Selecteer het poortpictogram rechtsboven en selecteer vervolgens een andere poort op het poortselectiescherm. Het poortnummer wordt groen. Selecteer vervolgens 'Gereed' om de wijziging door te geven.
Als u de poort wijzigt van een apparaat dat al in uw project wordt gebruikt, moet u de naam van het apparaat in het blok bijwerken naar de nieuwe naam met behulp van de vervolgkeuzelijst.
De naam van een GPS-sensor wijzigen
U kunt de naam van het apparaat wijzigen door de naam in het tekstvak bovenaan het poortselectiescherm te wijzigen. Als u een ongeldige naam selecteert, wordt het tekstvak rood gemarkeerd om dit aan te geven. Selecteer vervolgens 'Gereed' om de apparaatwijzigingen in de configuratie door te geven.
Opmerking: voor meer informatie over naamgevingsregels voor variabelen en apparaten, bekijk dit artikel uit de VEX Bibliotheek.
Als u de naam wijzigt van een apparaat dat al in uw project wordt gebruikt, moet u de naam van het apparaat in het blok bijwerken naar de nieuwe naam via de vervolgkeuzelijst.
Een GPS-sensor verwijderen
Het apparaat kan worden verwijderd door de optie 'Verwijderen' onderaan het Offset-scherm te selecteren.
Opmerking: Als u een apparaat verwijdert dat al in uw project wordt gebruikt, zal uw project een foutmelding genereren als u het probeert te downloaden totdat u ook de blokken verwijdert die het verwijderde apparaat gebruikten.