Bij het bouwen van een aangepaste robot met een van de volgende apparaten, moet elk apparaat worden geconfigureerd om beschikbaar te zijn voor gebruik in VEXcode GO. Waaronder:
- Aandrijflijn - Aandrijflijnblokken
- niet-aandrijflijn Motor - Bewegingsblokken
- LED Bumper - Bumper Looks/Sensing blocks
- Elektromagneet - Magneetblok
- Oogsensor - Oogdetectieblokken
U kunt een apparaat configureren door 'Een apparaat toevoegen' te selecteren in VEXcode GO. U hoeft alleen de apparaten te configureren die u op uw aangepaste robot gebruikt. U kunt maximaal vier Smart Port-apparaten en één toevoegen Oogsensor.
Smart Port-apparaten:
U kunt één build (set apparaten) per project configureren.
Een apparaat aan de configuratie toevoegen
Om een apparaat voor uw aangepaste robot toe te voegen, selecteert u het pictogram Robotconfiguratie om het venster Apparaten te openen.
Opmerking: Deze stappen moeten worden gevolgd telkens wanneer u een nieuw apparaat aan uw aangepaste robot toevoegt.
Selecteer 'Een apparaat toevoegen'.
Selecteer 'AANGEPASTE ROBOT.'
Een aandrijflijn toevoegen - Aandrijflijnblokken
Als uw aangepaste robot een tweemotorige aandrijflijn heeft, zoals de Code Base-robot, moet u een aandrijflijn aan de configuratie toevoegen.
Na het selecteren van de 'CUSTOM ROBOT', selecteer 'AANDRIJVING.'
Selecteer de Smart Port waarop de linkermotor is aangesloten.
Opmerking: u kunt de aandrijfzijde bepalen door vanaf de achterkant van uw robot naar de voorkant te kijken. De standaard Code Base-build heeft de linkermotor in poort 4 en de rechtermotor in poort 1.
Selecteer de Smart Port waarop de rechtermotor is aangesloten.
Selecteer ‘KLAAR’ om de configuratie te voltooien of ‘ANNULEREN’ om terug te keren naar het menu Apparaten.
Opmerking: er is een optie om de overbrengingsverhouding van de aandrijflijn te wijzigen.
Nadat de aandrijflijn is geconfigureerd, zijn de volgende aandrijflijnblokken beschikbaar voor uw project.
Bekijk de Help-informatievoor meer informatie over de commando's uit de categorie 'Drivetrain'.
Een motor toevoegen - Bewegingsblokken
Als uw aangepaste robot een motor heeft die geen aandrijflijnmotor is, zoals de robotarm (1-as), moet u deze aan de configuratie toevoegen.
Na het selecteren van de 'CUSTOM ROBOT', selecteer 'MOTOR'.
Selecteer de Smart Port waarop de motor is aangesloten.
Selecteer ‘KLAAR’ om de configuratie te voltooien of ‘ANNULEREN’ om terug te keren naar het menu Apparaten.
Opmerking: er is een optie om de naam van de motor in het tekstvenster te wijzigen van Motor2 in een andere naam, en een optie om de draairichting van de motor te veranderen.
Als een motor bijvoorbeeld een arm op uw aangepaste robot optilt, kunt u de motor hernoemen naar ArmMotor.
Het hernoemen van de motor zal het programmeren veel gemakkelijker maken omdat de naam op de Motion-blokken zal verschijnen.
De acties van de motor kunnen ook worden hernoemd om uw programmering te vergemakkelijken. U kunt bijvoorbeeld de tekstvensterlabels voor de richting van de ArmMotor wijzigen in omhoog en omlaag.
Het wijzigen van deze labels wordt ook weergegeven in de parameters voor de bewegingsblokken.
Nadat de motor is geconfigureerd, zijn de volgende bewegingsblokken beschikbaar voor uw project.
Voor meer informatie over de opdrachten uit de categorie 'Beweging', bekijk de Help-informatie.
Een LED-bumper toevoegen - Bumper Looks/Sensing-blokken
Als uw aangepaste robot een LED-bumper heeft, moet u een LED-bumperapparaat aan de configuratie toevoegen.
Na het selecteren van de ‘CUSTOM ROBOT’, selecteer ‘LED BUMPER’.
Selecteer de Smart Port waarop de LED-bumper is aangesloten.
Selecteer ‘KLAAR’ om de configuratie te voltooien of ‘ANNULEREN’ om terug te keren naar het menu Apparaten.
Opmerking: er is een optie om de naam van de LED-bumper in het tekstvenster te wijzigen van LEDBumper3 naar een andere naam .
Nadat de LED-bumper is geconfigureerd, zijn de volgende blokken 'Bumper Looks' en 'Bumper Sensing' beschikbaar voor uw project.
Bekijk de Help-informatievoor meer informatie over de opdrachten uit de categorieën 'Bumper Looks' en 'Bumper Sensing'.
Een elektromagneet toevoegen - Magneetblokken
Als uw aangepaste robot een Elektromagneet heeft, moet u een Elektromagneet-apparaat aan de configuratie toevoegen.
Nadat u de 'CUSTOM ROBOT' hebt geselecteerd, selecteert u 'ELEKTROMAGNET'.
Selecteer de Smart Port waarop de elektromagneet is aangesloten.
Selecteer ‘KLAAR’ om de configuratie te voltooien of ‘ANNULEREN’ om terug te keren naar het menu Apparaten.
Opmerking: er is een optie om de naam van de elektromagneet in het tekstvenster te wijzigen van Magnet2 naar een andere naam.
Nadat de elektromagneet is geconfigureerd, is het volgende magneetblok beschikbaar voor uw project.
Bekijk de Help-informatievoor meer informatie over het Magnet-commando.
Een oogsensor toevoegen - Eye Sensing-blokken
Als uw aangepaste robot een oogsensor heeft, moet u een oogsensor aan de configuratie toevoegen. Opmerking: de oogsensor moet worden aangesloten op de oogsensorpoort - NIET op een van de 4 slimme poorten.
Nadat u de 'CUSTOM ROBOT' hebt geselecteerd, selecteert u 'EYE'.
Selecteer ‘KLAAR’ om de configuratie te voltooien of ‘ANNULEREN’ om terug te keren naar het menu Apparaten.
Opmerking: zorg ervoor dat de oogsensor is aangesloten op de oogpoort.
Nadat de oogsensor is geconfigureerd, zijn de volgende oogdetectieblokken beschikbaar voor uw project.
Bekijk de Help-informatievoor meer informatie over de opdrachten van de oogsensor.
Een apparaat verwijderen
Nadat u de apparaten hebt toegevoegd, kan een apparaat worden verwijderd door het apparaat te selecteren.
Als u de optie 'Verwijderen' onder aan het scherm selecteert, wordt het apparaat verwijderd.