The VEX Visual Studio Code Extension has replaced VEXcode Pro V5, which is now end-of-life.
VEXcode Blocks and VEXcode Text remain actively developed and supported for all VEX platforms.
Wanneer u begint met programmeren met VEXcode Pro V5, verschijnen de rij- en draaiopdrachten pas in de opdrachtreferentie als er een aandrijflijn is geconfigureerd.
Per project kunt u slechts één Drivetrain configureren.
Als u een aandrijflijn zonder gyrosensor configureert, klik dan hier .
In dit artikel zijn de standaardwaarden in de Aandrijflijninstellingen voor de VEX V5 Clawbot.
Een aandrijflijn toevoegen
Om een aandrijflijn te configureren, selecteert u de knop Robotconfiguratie om het venster Robotconfiguratie te openen. Er moet een project geopend zijn om het venster Robotconfiguratie te kunnen gebruiken.
Selecteer 'Een apparaat toevoegen'.
Selecteer 'Aandrijflijn 4-motor'.
Selecteer op welke poorten de linkermotoren, rechtermotoren en de gyrosensor zijn aangesloten op de VEX V5 Brain. Poorten die al voor andere apparaten zijn geconfigureerd, zijn niet beschikbaar.
Opmerking: De gyrosensor is aangesloten op een 3-draads poort en niet op een Smart Port.
Zodra de aandrijflijn is geconfigureerd, selecteert u “Gereed” om het apparaat aan de configuratie te onderwerpen of “Annuleren” om terug te keren naar het robotconfiguratievenster.
Opmerking: Als u “Annuleren” selecteert, worden alle wijzigingen die u aan het apparaat hebt aangebracht ongedaan gemaakt en maken deze geen deel uit van de configuratie.
De poortnummers van een aandrijflijn wijzigen
U kunt het poortnummer voor de linkermotoren of rechtermotoren in de aandrijflijn wijzigen door het stekkerpictogram van het apparaat in de rechterbovenhoek van het venster Aandrijflijninstellingen te selecteren.
Selecteer een andere poort in het poortselectievenster en het poortnummer wordt blauw. Selecteer vervolgens "Gereed" om de wijziging door te geven.
De wielmaat van een aandrijflijn wijzigen
U kunt de wielmaat voor de aandrijflijn wijzigen door het vervolgkeuzemenu onder 'Wielmaat' te selecteren.
De overbrengingsverhouding van een aandrijflijn wijzigen
U kunt de overbrengingsverhouding voor de aandrijflijn wijzigen door waarden in te voeren in de vakken "Invoer" en "Uitgang".
Een aandrijflijn omkeren
In het venster Aandrijflijninstellingen kan ook de richting van de aandrijflijn worden omgekeerd.
Een aandrijflijn verwijderen
Een aandrijflijn kan ook worden verwijderd door de optie ‘Verwijderen’ onder aan het venster te selecteren.
Een tandwielpatroon vervangen
In het venster Aandrijflijninstellingen kan ook de tandwielpatroon worden vervangen.